Emissiearme mestaanwending: de stand van zaken

Decennia lang werd drijfmest bovengronds uitgereden met de bekende giertank met ketsplaat. Eind jaren 80 besloot de overheid echter dat de ammoniakuitstoot uit de veehouderij fors moest worden teruggedrongen. Een van de maatregelen die hiertoe werd ingevoerd, was de verplichte emissiearme aanwending van drijfmest. Dat moest de ammoniakuitstoot met 80 procent reduceren ten opzichte van bovengronds uitrijden.

 

Sinds 1988 moet mest daarom in de grond worden gebracht. Eerst gold die verplichting alleen voor onbewerkt bouwland en maïsland, later ook voor grasland. Vanaf 1994 is emissie-arme mestaanwending op grasland verplicht op alle grondsoorten.

 

Mestinjectie 

In het begin werd gewerkt met de mestinjecteur die de mest 15 tot 20 centimeter diep in de bodem bracht. Dit vergde echter veel capaciteit van de machines. Mestinjectie bleek ook maar een klein deel van het jaar toepasbaar, en alleen op geschikte grondsoorten. De mestinjecteur wordt daarom nauwelijks meer toegepast.

 

Zodemester en zode-injecteur

Tegenwoordig zijn de meest gebruikte machines de zodebemester en de zode-injecteur. Bij de zodebemester snijdt een schijfwiel de zode door. De mest komt in het 5 centimeter diepe sleufje in de grond te liggen. De zode-injecteur werkt net zo, maar hier wordt de sleuf na mestinjectie nog dichtgedrukt met een wiel.

 

Sleepvoet

Op minder draagkrachtige klei- en veengronden bleek zodebemesten van begin af aan al veel problemen te geven. Toen emissiearme mestaanwending in 1994 voor alle grondsoorten verplicht werd, werd op klei en veen het gebruik van de sleepvoet toegestaan. Die brengt de mest niet in, maar op de bodem, in stroken van maximaal 5 centimeter breed en met een afstand van 15 tot 30 centimeter tussen de stroken.

 

Sleufkouter

Een variant hierop is de sleufkouterbemester: een sleepvoet met een mesje die een ondiep sleufje maakt in de bodem waar de mest in moet vallen. In de praktijk blijkt het echter lastig om hiermee aan de eisen van het Besluit Gebruik Meststoffen te voldoen, signaleert loonwerk-brancheorganisatie Cumela. De mest komt in veel gevallen niet in het sleufje terecht, maar stroomt het eroverheen. Het gebruik van de sleufkouterbemester neemt om die reden af, aldus Cumela.

 

Verbod sleepvoet

De sleepvoetbemester is 20 jaar geleden specifiek ontwikkeld als emissie-arme techniek voor de klei- en veengronden. Een tijd lang mocht de sleepvoet ook op andere grondsoorten worden toegepast, maar inmiddels is het gebruik op zand- en lössgronden al weer jaren verboden.

 

In 2012 kondigde toenmalig staatssecretaris van Landbouw Henk Bleker aan het gebruik van de sleepvoet per 2014 te verbieden. Dat sleepvoetverbod zou Nederland extra ammoniakemissiereductie opleveren, bovenop de Brusselse eisen. Die gewonnen ‘ammoniakruimte’ kon dan worden benut om veehouderijen bij Natura2000-gebieden extra ontwikkelingsruimte te bieden.

 

Echter, wegens een gebrek aan alternatieve methoden voor de veenweide- en kleigebieden, is het sleepvoetverbod uitgesteld. Zoals het er nu voor staat, gaat dat verbod op 1 januari 2017 in.

 

Sleepslang

Na 1 januari 2017 mag de sleepvoetbemester in die gebieden nog wél worden gebruikt in combinatie met een sleepslang voor de aanvoer van mest. Bij het gebruik van sleepslangen wordt mest namelijk altijd verdund met water, om het verpompen van de drijfmest mogelijk te maken.

 

„Ammoniak lost namelijk heel goed op in water. Drijfmest verdunnen met water verlaagt de concentratie ammoniak en dat geeft minder emissie”, aldus Hans Verkerk van Cumela Nederland.

 

Water over mest als alternatief

Mede met het oog op het aanstaande verbod op de sleepvoetbemester (zonder sleepslang) vindt Boerenverstand het van belang dat er onderzoek wordt gedaan naar alternatieven voor een bovengrondse emissiearme aanwendingsmethode. Boerenverstand verwacht dat bovengronds mestuitrijden in combinatie met toediening van water (Duospray/Triplespray) een haalbaar, duurzaam en kostenefficiënt alternatief kan zijn.

 

Sleepslangbemester

De hierboven genoemde sleepslangen moeten overigens niet worden verward met de zogeheten sleepslangbemester. Bij deze machine stroomt de mest uit slangetjes die vlak boven het gras hangen. In Duitsland is de sleepslangbemester erkend als emissiearme techniek. In Nederland is deze bemester echter nooit toegestaan, omdat dit te veel versmeuring geeft op het gras. Vanwege het grotere besmeurde oppervlak levert het te weinig ammoniakemissiereductie op.

Blijf op de hoogte